Na een uitgebreide voorbereidingsprocedure brengt u nu het ontwerp omgevingsvisie in procedure. Een zeer belangrijk en uitgebreid plan met vergaande consequenties voor het wonen, werken, beleven en bezoeken van onze stad de komende 20 jaar! Deze “Govi” is voorlopig nog te beschouwen als een Structuurplan (oude stijl) en wordt pas later als “Omgevingsvisie” conform de nieuwe Omgevingswet (2021) verankerd. Die tijdsspanne biedt de mogelijkheid om de visie goed te checken op zijn consequenties en gevolgen en waar nodig bij te stellen.
- Wij missen de te volgen overgangsprocedure van “Structuurplan” naar “Omgevingsvisie”. De overgangstermijn biedt de mogelijkheid tot bijstelling. Wij verzoeken de procedure in het plan op te nemen met ruimte voor overleg en afstemming.
Verdere bedenkingen.
I. Risicoparagraaf “groeimodellen”
In de strategische visie staat een ambitieus groeimodel voorop: versterkte regionale netwerkfunctie, versterking regionale agglomeratiekracht, motor voor de (Eu)regionale economie, groei onderwijsinstellingen, groei toerisme en evenementenstad. Een groei die van vele (vaak niet direct voorspelbare) factoren afhankelijk is en explosiever kan worden dan nu voorzien, zoals bijvoorbeeld het toerisme: zie bijlage 2. Wat kan onze stad aan, waar liggen de grenzen en welke oplossingen biedt het plan daarvoor?
De ambities uit de Omgevingsvisie werken door in de toekomstige Omgevingsplannen en programma’s. Echter een nader inzicht ontbreekt of en waar dat binnen dit integrale concept mogelijk kan leiden tot onderlinge onverenigbaarheden en tegenstellingen. Dit geeft risico’s voor de samenhang of de haalbaarheid (op delen); zoals bijvoorbeeld t.a.v. het milieu en de leefbaarheid. Aanvullende “vooruitblikkende probleemanalyses” en “inventariserende oplossingsrichtingen” zijn wenselijk om dat te verhinderen. Echter het plan voorziet daarin niet, terwijl tevens besloten is geen “planMER” in te zetten bij de diverse voorziene nieuwe stedelijke ontwikkelingen (Dl 1: blz. 114).
- Een overkoepelde “Risicoparagraaf” ware daartoe op te nemen.
- Waarin onderlinge effecten, conflicten en grenzen worden geanalyseerd.
- Onder vastlegging van monitoring-, evaluatie- en (om)schakel momenten.
II. Profilering Jekerkwartier
Fors kritiekpunt van het Jekerkwartier is dat de (vaste) woonfunctie als kernwaarde voor de leefbaarheid, kwaliteit en attractiviteit van de stad en binnenstad niet als zodanig is verankerd. Daarentegen wordt met de aanwijzing van onze gehele woonbuurt als “levendig gebied” de woonfunctie onder druk gezet door de extra vestigingsvoorkeuren in de “locatiekeuze ladder”.
Te optimistisch is de constatering (Dl1: blz. 94) dat er in het Jekerkwartier “een balans is tussen woonkwaliteit en levendigheid”. Als bewoners wijzen wij er al langer op dat een grens bereikt is voor wat de buurt aan toerisme, tijdelijke bewoning, instituten, evenementen etc. aan kan.
- Ter bescherming en behoud van het bijzondere karakter van het Jekerkwartier zijn de (vaste) woonfunctie en het evenwicht in multifunctionaliteit als gewenste omgevingswaarden te “kwalificeren” en vast te leggen.
- Regels en criteria zijn op te nemen als garantie tegen verdere verdringing van de reguliere vaste bewoning zoals door toeristische en tijdelijke (studenten) woonvormen.
- De locatiekeuze ladder is daarop aan te passen.
- Na afronding van ”Tapijn” is verdere uitbreiding van de onderwijssector en universiteit in het Jekerkwartier geen vanzelfsprekende zaak (Dl 1: blz. 53 punt 4) maar af te wegen tegen het behoud van het karakter en draagkracht van de buurt. (Het Jekerkwartier is géén Urban Campus: Dl 2: blz. 95 punt 2.)
- Voor de woonbuurten binnenstad is verder een woningbeleid gewenst dat zich richt op een evenwichtige, gedifferentieerde (inclusieve) bevolkingssamen- stelling (geen mono cultuur van studenten, alleenstaanden en ouderen).
- Woningbouw en woonzorg programma’s zijn daarop af te stemmen.
- Binnen de beleidsdoelen van “zorg & leefbaarheid” is daarbij meer aandacht te schenken aan woonvoorzieningen in het Jekerkwartier, behoud zorgfuncties en de realisatie “geclusterd verzorgd wonen” (bijvoorbeeld Molenhof) (Dl 2: blz. 136 punt d).
III. Verkeer en milieu
De verkeerssituatie in de binnenstad en het Jekerkwartier blijft een groot zorgpunt qua milieubelasting, bezoekersverkeer, bereikbaarheid, verzorgingsverkeer en parkeren. De visie zet in op een verandering van het vervoers- en parkeergedrag (Stop principe/ modal split/ etc.) gecombineerd met een noordelijke concentratie/ verschuiving van het autoverkeer op de vernieuwde noordelijke en oostelijke wegenstructuur.
De overbelasting van de Zuid-as zou via omleiding van gedeeltelijke verkeersstromen naar het Noorder tracé opgelost moeten worden. Echter concrete oplossingen zijn onzeker. Wij betwijfelen of de beoogde noordelijke verschuiving van de huidige 50/50 % verdeling Maas kruisend verkeer naar 70% Noorder brug en 30% Kennedybrug zonder verder gaande maatregelen gehaald kan worden. Risicovol omdat de mobiliteitsdruk de komende 20 jaar toch verder zal blijven toenemen (ook door de stedelijke groeiambities). Bij de Zuid-as mogelijk versterkt door de verkeer aantrekkende werking van de Brightlands Health Campus Randwyck. Die risico’s worden echter niet in beeld gebracht.
- Wij missen een analyse van de verkeersrisico’s voor de korte en lange termijn en verzoeken die toe te voegen. Alleen op basis daarvan is na te gaan of de komende 20 jaar op verder gaande structurele maatregelen is voor te sorteren.
A. De “Zuid-as” (Prins Bisschopsingel /Tongerenseweg/N278)
Als “aanwonend Jekerkwartier” ervaren wij dagelijks de grote verkeersstromen en milieubelasting van de Prins Bisschopsingel en het Kennedy tracé met behoorlijk veel vrachtverkeer. Concrete oplossingen zijn daarvoor nodig. Echter in figuur 16 (Dl 2) ontbreekt het verloop van de beoogde omleidingsroute (vrachtverkeer) naar het Noorder- brug tracé; onzeker is de haalbaarheid.
- Extra maatregelen zijn nodig om de verkeers- en milieubelastingen op de zuid-as tot aanvaardbare proporties terug te dringen.
- Maximale grenswaarden vast te leggen voor de toelaatbare verkeersbelastingen op de Zuid-as en Kennedybrug inclusief duidelijke sturingsmiddelen en aanpassing bij overschrijding.
- Duidelijkheid over een concrete verkeersomleiding om de oost-westelijke verkeersstromen (met name vrachtverkeer) van en naar België naar het Noorder brug tracé te leiden (Dl 2: fig. 16, blz. 39).
- Vooruitlopend daarop een vrachtwagenverbod en “milieuzonering” om overlast te verminderen.
B. Binnenstad “binnen de singels”
Voor de verkeersstructuur binnen de singels worden wensbeelden aangegeven: maar geen duidelijk toekomstig eindbeeld qua verkeerscirculatie.
- Gemist wordt een heldere keuze voor een “autoluwe binnenstad” met toegangsbeperkingen ( alleen bewoners, belanghebbenden, verzorgenden).
- Onontbeerlijk voor de verbetering van het milieu, verblijfskwaliteit , attractiviteit en de omslag langzaam verkeer en stadsdistributie.
- Daarmee en met een transitie van de centrale parkeergarage Vrijthof (beperking/afbouw bezoekers parkeren) zal nog een verdere ontlasting van huidige centrumverkeer op de singels en Zuid-as bereikt kunnen worden.
- Op zo’n transitie is ook nu al voor te sorteren in combinatie met de zorgvuldig in te passen P&W,&B,&R locaties aan de noord, oost en west zijde van de binnenstad..
- Afbouw van “straat parkeren voor bezoekers” ook in het “levendig gebied” en het Jekerkwartier (DL 2: blz. 46) en een pk. ontheffingsstelsel met aangepaste gebiedsindeling.
IV. Groen, natuur en landschap
Groenelementen zoals bomen vormen in de historische binnenstad belangrijke kwaliteiten zowel landschappelijk als qua klimaat en milieu. De kaart op blz. 74 (Dl 2) met weinig groen binnen de singels illustreert dat daar nog veel te winnen is.
- Extra aandacht vragen wij dan ook voor een verdere “vergroening binnenstad”.
- Meer openbare ruimte vrij te maken, ook door vergroening en aanpassing van inpandige a-niveau parkeerterreinen en binnenterreinen.
- Landschappelijke versterking van de stadsparkzone Tapijn door een groene verbinding langs de Jeker met het landschappelijke Jekerdal.
- Afbouw van de inzet van het monumentale historische stadspark voor evenementen. Het stadspark is primair een onmisbaar landschappelijk groen “rustelement” voor de binnenstad en daarmee niet geschikt als “evenementen terrein”.
V. Regio (regionaal)
Gemist wordt de relatie en afstemming met de regio. Dit terwijl Maastricht als compacte gemeente volstrekt ingebouwd ligt tussen de omliggende Nederlandse en ook Belgische gemeentes. De analyses en kaartbeelden gaan echter nauwelijks veel verder dan de gemeentegrens. Slechts 1 kaartje blz. 51 (Dl 1) gaat wat verder met Maastricht op Europese schaal als centrum van “Eurostad”.
- Een “ruimer zicht” is wenselijk op de aanliggende gemeentes en regio, de raakvlakken en ontwikkelingen.
- Uitbreiding van het kaartbeeld, aan Nederlandse en Belgische kant.
- Inzicht in ontwikkelingen: ruimtelijk, stedelijk, qua raamwerk en functioneel.
- Gemist wordt een visie over de toekomstige ontwikkeling en effecten van het MAA-vliegveld.
- Bewoners van Maastricht en regio ondervinden, zo is meermaals gebleken, (veel) hinder van geluidsoverlast en uitstoot vanwege het vliegverkeer van MAA.
- Daarbij komt dan ook nog de risicovolle stikstof uitstoot op landschap en natuur.
- Echter het vliegveld zet in op grootschalige groei van het personen vervoer (4x zoveel) en vrachtvervoer(3,5x) zonder daarmee rekening te houden : zie bijlage 1.
- Sluit als gemeente aan bij de heuvellandgemeenten die een wetenschappelijke kosten-batenanalyse voorstaan inzake nut en noodzaak van (uitbreiding en nieuwe vergunningverlening) MAA.
VI. Tot slot
Wij onderschrijven de visie, de vijf grote opgaven en de drie hoofdthema’s voor de fysieke leefomgeving en de vele overige voorstellen voor de toekomstige ontwikkeling van de stad. Veel nieuwe opgaven en uitdagingen moeten de komende periodes aangepakt worden.
Wat wij niet onvermeld willen laten is de actuele stikstofdiscussie. Deze problematiek komt nergens in de omgevingsvisie aan bod. Terwijl deze dermate actueel is en de nodige toekomstige consequenties heeft voor zowel het milieu, de bouw, de natuur, het vliegveld enz., hetgeen noodzaakt deze thematiek op te nemen in de omgevingsvisie.
Wij verzoeken u onze zienswijze te verwerken in de plannen.
Het college geeft aan samen met de bewoners en overige “gebruikers van de stad” verder te gaan werken aan behoud en verdere ontwikkeling van onze stad op weg naar een vitaal 2040. Wij hopen dat wij daar gezamenlijk in zullen slagen. De uitdagingen zijn niet gering.
Voor de verdere zienswijzen en onderbouwing verwijzen wij naar de ingediende en door ons ook bekrachtigde zienswijze brief van Buurtbalans 21 oktober 2019.
Bestuur Bewonersvereniging Jekerkwartier (BJK) & Werkgroep Omgevingsplan BJK.
-.-.-.-
Bijlage 1: Maastricht Aachen Airport wil aantal passagiers verviervoudigen
Bron: https://www.limburger.nl/cnt/dmf20190925_00124569/maa-wil-doorgroeien-naar-1-2-miljoen-passagiers
Toekomstplannen
Omwonenden reageren verbijsterd op de toekomstplannen van Maastricht Aachen Airport (MAA). De luchthaven mikt op 1,2 miljoen passagiers in 2050. Dat zijn er ruim vier keer zo veel als in 2018. Over dertig jaar wil MAA ook 3,5 keer zo veel vracht vervoeren. Dat blijkt uit een brief die naar minister Cora van Nieuwenhuizen is gestuurd.
Tot nu toe was bekend dat MAA in 2026 700.000 passagiers wil verwerken. Dat is al een flinke toename ten opzichte van de 275.000 in 2018. In de naar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat verstuurde brief gaat het vliegveld uit van een gestage jaarlijkse groei, waardoor in 2050 1,2 miljoen reizigers vertrekken en landen op MAA. De voorziene toename van een half miljoen passagiers tussen 2026 en 2050 houdt ook een groei van het aantal vluchten met 73 procent in, al kan dat volgens MAA nog meevallen door verbeterde technieken.
Vrachtvliegtuigen
Ook de luchtvracht zal aanzienlijk groeien, is de aanname. MAA vervoerde vorig jaar 110.000 ton vracht, gaat uit van 250.000 ton vracht in 2026 en 390.000 ton in 2050. De directie van MAA heeft aanvang september al aan de minister geschreven dat het opnieuw gebruiken van de volledige startbaan van 2.750 meter wenselijk is. Begin dit jaar werd in verband met de aanvraag van een nieuwe luchthavenvergunning de baanlengte beperkt tot 2500 meter. …………………………………….
-.-.-.-.-.-
Bijlage 2. These Are 2020’s Hottest Travel Destinations, According to Airbnb
Bron: https://www.thrillist.com/news/nation/airbnb-top-travel-destinations-vacations-2020
By DUSTIN NELSON Published On 10/15/2019 @dlukenelson
An unexpected trip can be the most exciting kind of vacation to take. As can a trip where circumstances, like a wedding, bring you somewhere you might not have otherwise gone. There’s something thrilling about being taken out of your comfort zone and discovering a place to which you’ve never been.
If you’re looking to recreate that feeling, Airbnb’s list of the top trending destinations for 2020 might be a good place to find inspiration. The home-sharing company has unveiled the 20 cities that have thus far seen the greatest growth in bookings versus the same period last year.
The list is all over the place, from the US to Australia, Brazil to China. Here are the top 20 cities for 2020 travel.
1. Milwaukee, Wisconsin, United States (up 729%)
2. Bilbao, Spain (402%)
3. Buriram, Thailand (383%)
4. Sunbury, Australia (356%)
5. Romania (298%)
6. Xi’an, China (255%)
7. Eugene, Oregon, United States (213%)
8. Luxembourg (167%)
9. Guadalajara, Mexico (158%)
10. Vanuatu (140%)
11. Cali, Colombia (137%)
12. Cape Canaveral, Florida, United States (136%)
13. Aberdeen, Scotland (119%)
14. Courtenay, British Columbia, Canada (114%)
15. Ubatuba, Brazil (108%)
16. Les Contamines-Montjoie, France (108%)
17. Tokyo, Japan (103%)
18. Kerala, India (95%)
19. Malindi, Kenya (88%)
20. Maastricht, Netherlands (55%) ……………………………………………